Onderzoek op de afdeling Allergologie
De afgelopen tientallen jaren hebben steeds meer kinderen een voedselallergie. In de Westerse landen heeft 6-8% van de mensen een voedselallergie. Voedselallergie gaat vaak samen met eczeem, astma en/of hooikoorts. Deze combinatie noemen artsen ook wel het atopie syndroom.
De meest voorkomende voedselallergenen zijn pinda, koemelk, kippenei en noten. De behandeling van een voedselallergie bestaat uit allergenen strikt vermijden. Ook hebben kinderen en volwassenen noodmedicatie (adrenaline auto injector) bij zich wanneer zij een allergische aanval krijgen.
Voedselallergieën kunnen ernstige levensbedreigende reacties (anafylaxie) veroorzaken. Dit heeft een enorme impact op de kwaliteit van leven van kinderen en hun families. Artsen zien de afgelopen jaren dat steeds meer kinderen in het ziekenhuis belanden door een allergische aanval. Jaarlijks overlijden er zelfs kinderen aan de gevolgen van een allergische reactie.
Onderzoek naar nieuwe behandelingen voor voedselallergie
Om kinderen met een ernstige allergie weer een fijn en zorgeloos sociaal leven te geven, willen artsen in het Erasmus MC onderzoek doen naar biologicals en orale immunotherapie (OIT).
Bij orale immunotherapie wordt, onder strikte begeleiding, dagelijks een kleine hoeveelheid toegediend van het allergeen waar een kind allergisch voor is. Het doel hiervan is dat kinderen (meer) tolerantie ontwikkelen voor datgene waar zij allergisch voor zijn. Dit verlaagt het risico op ernstige reacties in het dagelijkse leven.
In samenwerking met het laboratorium Immunologie willen artsen onderzoeken hoe de cellen en stoffen van het immuunsysteem op deze behandelingen reageren. Ook proberen de artsen nieuwe testen te ontwikkelen waarmee zij in het bloed kunnen meten hoe ernstig de allergie is. Meerdere soorten biologicals (medicijnen) zijn op dit moment geregistreerd voor de behandeling van bijvoorbeeld astma en eczeem, maar nog niet voor voedselallergie.
Maakt u samen met ons dit belangrijke onderzoek mogelijk?
Voedselallergie voorkomen
De belangrijkste manier om een voedselallergie te voorkomen is vroegintroductie. Bij vroegintroductie krijgen baby’s vanaf 4 tot 6 maanden kleine beetjes voeding die een allergische reactie kunnen veroorzaken. Bijvoorbeeld pinda en ei.
Kinderen met eczeem (een verstoorde en ontstoken huid barrière) hebben het grootste risico om een voedselallergie te ontwikkelen. Op de KinderHaven (buitenpoli van het Erasmus MC) hebben artsen om die reden een preventiepoli ingericht voor jonge kinderen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van een voedselallergie. Hier begeleiden artsen de ouders bij de vroegintroductie van allergenen.
Multipele ernstige voedselallergieën
Kinderartsen zien steeds meer kinderen die ernstig allergisch reageren op meerdere allergenen. Deze kinderen moeten zich aan een uitgebreid dieet houden: een dieet zonder al deze allergenen, zoals tarwe, koemelk, kippenei, pinda, peulvruchten en noten.
Als een kind veel allergieën heeft, is de kans groter dat het kind in het dagelijks leven een allergische reactie krijgt op school of thuis. Dit heeft een enorme impact op het sociale leven van een kind.