In Nederland worden jaarlijks ongeveer 1.000 mensen geconfronteerd met de diagnose glioblastoom. Dit is de meest voorkomende en agressieve vorm van primaire hersentumoren bij volwassenen. Hoewel het iedereen kan treffen, komt het het vaakst voor bij volwassenen tussen de 45 en 75 jaar, met een piek rond de 60-70 jaar. Mannen lopen een iets hoger risico dan vrouwen. Risicofactoren zoals genetische aanleg en eerdere bestraling van het hoofd kunnen een rol spelen, maar in de meeste gevallen blijft de oorzaak onbekend.
De vooruitzichten voor patiënten met een glioblastoom zijn vaak somber. Ondanks intensieve behandelingen zoals operaties, bestraling en chemotherapie, overleeft slechts 20% van de patiënten langer dan twee jaar. Een groot probleem is dat er sinds 2005 geen significante vooruitgang is geboekt in de ontwikkeling van nieuwe behandelingen, ondanks meer dan 1250 onderzoeken.
Bestaande medicijnen onderzoeken
In het Erasmus MC pionieren artsen met een vernieuwende, in Europa unieke benadering van medicijnontwikkeling voor glioblastomen. De artsen richten zich namelijk op bestaande medicijnen die effectief blijkten te zijn bij andere kankersoorten. De artsen kijken dus niet naar de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Het doel is helder: het juiste medicijn vinden voor de juiste patiënt.
Een belangrijke uitdaging is de bloed-hersenbarrière. Deze barrière is een natuurlijke bescherming van de hersenen die veel medicijnen tegenhoudt. De artsen onderzoeken welke medicijnen deze barrière wél passeren. Hiermee hopen zij een effectieve, gepersonaliseerde behandeling te vinden.
Unieke methode
De zoektocht naar werkende, bestaande medicijnen is uniek. De artsen starten al vóór de operatie. Patiënten met een vermoeden van een glioblastoom krijgen één van de geselecteerde medicijnen toegediend. Zo kunnen de artsen onderzoeken of het medicijn de tumor bereikt en wat het effect is. Dit is essentieel om de potentie van het medicijn voor verdere behandeling te bepalen.
Na de operatie analyseren artsen het verwijderde tumorweefsel. Medicijnen die de tumor niet bereiken, sluiten de artsen uit. De medicijnen die wel effectief lijken, testen de artsen verder. Door het tumorweefsel te gebruiken voor celkweek en genetische analyse, kunnen de artsen in een gecontroleerde omgeving verschillende medicijnen testen. Op basis van deze analyses selecteren zij het meest veelbelovende medicijn voor de individuele patiënt.
Na de standaardbehandeling, als de tumor terugkeert, krijgt de patiënt als het kan het meest veelbelovende medicijn toegediend. Als het kan, meten de artsen bij een nieuwe operatie ook de concentratie van het medicijn in de tumor.
Doel: behandeling op maat
Met deze vooruitstrevende aanpak willen artsen een effectieve, gepersonaliseerde behandeling vinden voor patiënten met een glioblastoom. Dit baanbrekende onderzoek in het Erasmus MC kan levens veranderen. Samen kunnen we zorgen voor nieuwe hoop en betere kansen.
Ventoux3
Dit onderzoek is de doelbesteding van Ventoux3 in 2025. Wil je bijdragen aan dit onderzoek? Doe dan mee met Ventoux3 op 12 september 2025 of doe een donatie via ventoux3.org.