“Mooi dat haar werk anderen blij gaat maken”

Wezens die doen denken aan mensen, maar het niet zijn. Dieren met een eigenzinnige vorm. Droomwerelden, heldere kleuren en visioenen, geïnspireerd door ervaringen uit het echte leven. Dat is het werk van beeldend kunstenaar Caroline van der Vegt. Zij overleed in 2021 aan Alzheimer. Haar echtgenoot Dick de Bruijn veilt een groot deel van haar werk en schenkt de opbrengst aan Alzheimeronderzoek.

Volgens Dick de Bruijn maakte zijn vrouw haar beste kunst tijdens de laatste jaren van haar ziekte. Stoppen met kunst maken? Dat was nooit een optie. “Vrijheid was heel belangrijk voor haar, ze had een groot gevoel van autonomie”, vertelt hij. “We hebben samen een heel gevarieerd en intensief leven gehad. Ik weet zeker dat Caroline zou willen dat ik haar werk door zou geven. Dat paste bij haar. Ik ben ook niet meer de jongste. Wat als er iets met mij gebeurt? Ik vind het een mooi idee dat haar werk anderen blij gaat maken.”

Alzheimeronderzoek steunen

Naast het doorgeven van het werk van zijn vrouw via een veiling, besloot De Bruijn de opbrengst óók door te geven. Gezien de intensiteit van het begeleidingsproces in de laatste fase van haar leven kwam hij al snel uit bij de ondersteuning van onderzoek naar preventie van de ziekte van Alzheimer. De opbrengt gaat dan ook naar het Alzheimercentrum Erasmus MC in Rotterdam en Alzheimercentrum Amsterdam.

Online veiling

Van 3 mei tot en met 22 mei zullen bijna 200 werken van Caroline worden getoond in de Oostkerk en bij Tineke SmithArt in Middelburg. De werken worden in deze periode door het Haagse Venduehuis onder de titel ‘Caroline van der Vegt Collectie‘ via internet geveild. De Bruijn kijkt ernaar uit. “Ik vind het spannend en mooi. Ik denk niet dat ik moeite heb om afscheid te nemen van haar werken. In het verlengde van de mantelzorg voelde ik ook de verantwoordelijkheid voor de zorg voor haar werk en dan wordt geven ineens een voor de hand liggende optie. Ook dat heb ik van mijn vrouw geleerd. Geven, en genieten van het leven. Dat deed zij zelf ook, tot het einde aan toe.”