U-diet app - Erasmus MC Foundation

U-Diet app voor strijd tegen overgewicht bij diabetes type 2

U-DIET APP VOOR STRIJD TEGEN OVERGEWICHT BIJ DIABETES TYPE 2

Onderzoeksproject Voeding als Medicijn

Eén op de drie volwassenen in Nederland krijgt diabetes type 2 in zijn of haar leven. Op dit moment zijn dat er al meer dan 1 miljoen mensen in Nederland.

Voor mensen met diabetes type 2 is het enorm belangrijk om goed op hun voeding te letten. Dit geldt vooral voor mensen die naast diabetes type 2 ook overgewicht hebben. Zij hebben namelijk veel meer kans op complicaties. Als zij hun voeding en leefstijl verbeteren, kunnen zij gewicht verliezen, hun bloedsuikers verbeteren en minder medicijnen gebruiken.
Oftewel, gezonder worden en weer meer van het leven genieten. Maar je leefstijl blijvend verbeteren is lastig.

Succesvol dieetprogramma

Om patiënten met diabetes type 2 en overgewicht te helpen met gewicht verliezen, hebben diëtisten en onderzoekers van het Erasmus MC onderzoek gedaan naar een dieetprogramma (U-diet). Tijdens dit programma eten deelnemers weinig calorieën. Ook krijgen deelnemers tegelijkertijd gedragstherapie en worden ze begeleid in verandering van leefstijl.

Dit programma is succesvol: deelnemers zijn goed afgevallen en hebben dat 2 jaar vast kunnen houden. Daarnaast hoefden de deelnemers minder medicijnen te gebruiken en verbeterde hun kwaliteit van leven.

App inzetten voor strijd tegen overgewicht bij diabetes type 2

Het U-diet programma blijkt effectief te zijn. Om nog meer patiënten met diabetes type 2 en overgewicht te helpen, willen de onderzoekers het dieetprogramma nog effectiever maken. Daarvoor hebben de onderzoekers een app ontwikkeld samen met het Diabetesfonds. Deze app willen de onderzoekers vergelijken met het huidige dieetprogramma.

Als blijkt dat de app net zo effectief is al dan niet beter tegen lagere kosten, kan de app breed worden ingezet in de strijd tegen overgewicht bij mensen met diabetes type 2. Op die manier kunnen diëtisten met deze nieuwe manier van behandelen meer mensen bereiken die baat kunnen hebben bij deze behandeling.

Steun dit onderzoek en maak samen met ons dit belangrijke onderzoek mogelijk.


Andere onderzoeken op de afdeling Diëtetiek

KetoEasy gebruiksvriendelijker maken

Met de digitalisering van KetoEasy wordt de inzet van KDT makkelijker en kunnen artsen meer kinderen met epilepsie behandelen bij wie de medicijnen niet goed werken.

Lees meer

E-Timed: intermitterend vasten de oplossing voor diabetes type 2?

Met dit onderzoek hopen de diëtisten meer te weten te komen over de positieve effecten van intermitterend vasten bij mensen met diabetes type 2 met overgewicht.

Lees meer

IDPN om ondervoeding bij hemodialyse te voorkomen

De artsen en onderzoekers van de afdeling Diëtetiek willen dit belangrijke onderzoek starten, zodat hemodialysepatiënten niet meer ondervoed raken, daardoor een betere kwaliteit van leven hebben en de kans op overlijden verkleint.

Lees meer
Intermitterend vasten - onderzoek - Erasmus MC

Onderzoek intermitterend vasten

E-TIMED: INTERMITTEREND VASTEN DE OPLOSSING VOOR DIABETES TYPE 2?

Intermitterend vasten is een veelbelovende dieetbehandeling voor mensen met diabetes type 2 en overgewicht. Vooral ’s avonds stoppen met eten lijkt een positief effect op de gezondheid te hebben. Er is dan ook veel aandacht voor in de media.

Diëtisten weten alleen nog weinig over de langetermijneffecten en de haalbaarheid van het dieet. Daarom wil de onderzoeksgroep van de afdeling Diëtetiek in het Erasmus MC starten met een groot onderzoek bij mensen met diabetes type 2 en overgewicht.

Over het onderzoek

De diëtisten gaan twee behandelingen vergelijken:

  1. een Mediterraan dieet met weinig koolhydraten (controlegroep)
  2. hetzelfde dieet maar gecombineerd met intermitterend vasten

De groep die intermitterend vast, is beperkt in de uren waarin ze mogen eten. De eetmomenten zijn tussen 8:00 en 18:00 uur, zodat de deelnemers minimaal 14 uur vasten. De controlegroep mag de hele dag eten. Ook mogen zij in de avond een gezond tussendoortje nemen.

Met dit onderzoek hopen de diëtist-onderzoekers meer te weten te komen over de positieve effecten van intermitterend vasten bij mensen met diabetes type 2 en overgewicht. Doordat de onderzoekers de mensen een jaar lang volgen, kunnen ze iets zeggen over het effect op de bloedsuikers, de medicijnen en het gewicht. En ook over het volhouden van het dieet op de lange termijn.

Geef mensen met diabetes type 2 een kans!

Diabetes type 2 is één van de meest voorkomende chronische ziekten in ons land: één op de veertien Nederlanders heeft diabetes, waarvan 90% diabetes type 2. Er zijn veel factoren die invloed hebben op de ziekte waar de patiënt niet altijd grip op heeft. Gelukkig is dat met voeding wel mogelijk! Maar dan moeten de diëtisten wel weten welke voeding en op welk tijdstip eten het meest gunstig is.

Help de diëtist-onderzoekers dit belangrijke onderzoek mogelijk te maken en steun met een financiële bijdrage!



Andere onderzoeken op de afdeling Diëtetiek

KetoEasy gebruiksvriendelijker maken

Met de digitalisering van KetoEasy wordt de inzet van KDT makkelijker en kunnen artsen meer kinderen met epilepsie behandelen bij wie de medicijnen niet goed werken.

Lees meer

U-Diet app voor strijd tegen overgewicht bij diabetes type 2

Als blijkt dat de app minstens effectief is tegen lagere kosten kan de app breed worden ingezet in de strijd tegen overgewicht bij mensen met diabetes type 2. Op die manier kunnen artsen met deze nieuwe manier van behandelen meer mensen bereiken die baat kunnen hebben bij de behandeling.

Lees meer

IDPN om ondervoeding bij hemodialyse te voorkomen

De artsen en onderzoekers van de afdeling Diëtetiek willen dit belangrijke onderzoek starten, zodat hemodialysepatiënten niet meer ondervoed raken, daardoor een betere kwaliteit van leven hebben en de kans op overlijden verkleint.

Lees meer

IDPN om ondervoeding bij hemodialyse te voorkomen

IDPN OM ONDERVOEDING BIJ HEMODIALYSE TE VOORKOMEN

Onderzoeksproject Voeding als Medicijn

In Nederland leven ruim 1,7 miljoen mensen met chronische nierschade. Jaarlijks komen daar 2.000 nieuwe patiënten bij. Deze mensen lopen een hoog risico op nierfalen en om te overlijden aan hart- en vaatziekten. Om in leven te blijven is dialyse of een niertransplantatie nodig. Zeker dialyse is een zeer zware behandeling voor de patiënt.

Belang van voeding bij hemodialyse

Hemodialyse is een levensreddende behandeling, maar heeft grote gevolgen voor de gezondheid van een patiënt. Veel hemodialysepatiënten lijden aan ondervoeding, waardoor zij spiermassa verliezen. Zij verliezen spiermassa doordat spiereiwitten afbreken. En juist die eiwitten zijn belangrijk om spiermassa te behouden. De voedingstoestand en het verlies van spiermassa hebben een slechte invloed op de kwaliteit van leven. Eerder onderzoek laat zien dat ondervoeding verband heeft met een lagere kwaliteit van leven. Ook de kans op overlijden neemt toe.

Voor hemodialysepatiënten is het daarom enorm belangrijk dat zij niet ondervoed raken. Zo krijgen deze patiënten een betere kwaliteit van leven en is de kans op overlijden kleiner.

Waarom IDPN de oplossing is

Om te zorgen dat patiënten genoeg voeding krijgen, kunnen zij tijdens de dialyse via de bloedbaan voeding krijgen. Dit wordt intradialytische parenterale voeding (IDPN) genoemd. Een liter IDPN bevat 1.000 calorieën. Dit zijn 6 boterhammen met kaas.
Eerder onderzoek liet zien dat deze voeding zorgt dat de spier weer eiwit aanmaakt in plaats van afbreekt. Het lijkt er dus op dat IDPN een hele goede behandeling kan zijn om te zorgen dat hemodialysepatiënten geen spiermassa verliezen.

Alleen… op dit moment is nog niet bekend wat het precieze effect is van IDPN en welke patiënten er baat bij kunnen hebben. Omdat IDPN een goede oplossing kan zijn om ondervoeding te voorkomen, willen artsen en diëtisten in het Erasmus MC hier onderzoek naar doen. Zodat hemodialysepatiënten niet meer ondervoed raken, daardoor een betere kwaliteit van leven hebben en de kans op overlijden verkleint.

Met uw steun maakt u dit belangrijke onderzoek mogelijk.



Andere onderzoeken op de afdeling Diëtetiek

KetoEasy gebruiksvriendelijker maken

Met de digitalisering van KetoEasy wordt de inzet van KDT makkelijker en kunnen artsen meer kinderen met epilepsie behandelen bij wie de medicijnen niet goed werken.

Lees meer

U-Diet app voor strijd tegen overgewicht bij diabetes type 2

Als blijkt dat de app minstens effectief is tegen lagere kosten kan de app breed worden ingezet in de strijd tegen overgewicht bij mensen met diabetes type 2. Op die manier kunnen artsen met deze nieuwe manier van behandelen meer mensen bereiken die baat kunnen hebben bij de behandeling.

Lees meer

E-Timed: intermitterend vasten de oplossing voor diabetes type 2?

Met dit onderzoek hopen de diëtisten meer te weten te komen over de positieve effecten van intermitterend vasten bij mensen met diabetes type 2 met overgewicht.

Lees meer

KetoEasy gebruiksvriendelijker maken

Voeding als Medicijn - Erasmus MC Foundation

KETO-EASY GEBRUIKSVRIENDELIJKER MAKEN

Onderzoeksproject Voeding als Medicijn

In Nederland krijgen jaarlijks 3.000 kinderen de diagnose epilepsie. Zij krijgen hiervoor medicijnen. Bij 30% van deze kinderen hebben de medicijnen te weinig effect of krijgen zij ernstige bijwerkingen waar zij op latere leeftijd erg veel last van hebben.

Deze groep kinderen kan ketogeen dieet therapie (KDT) volgen. KDT kan de epileptische aanvallen tot de helft verminderen bij deze groep kinderen. Een gedeelte van de kinderen krijgt zelfs helemaal geen epileptische aanvallen meer.

Huidige behandeling te intensief

KDT is een dieet dat heel erg afwijkt van het gebruikelijke Nederlandse eetpatroon. Zo mogen de kinderen weinig fruit, groente, brood en aardappelen eten. Net zoals lekkernijen met suiker, zoals snoep.

Het kost ouders daarnaast erg veel tijd en inzet om een gevarieerd dagmenu samen te stellen. Ouders moeten de maaltijden namelijk nauwkeurig bedenken, afwegen en juist bereiden. Zij ervaren hierdoor veel stress. Ook krijgen ouders ter voorbereiding veel informatie van het behandelteam. Allemaal informatie om nieuwe dingen te leren leren, zodat de ouders thuis met KDT aan de slag kunnen gaan. Het behandelteam heeft tenslotte veel contact met de ouders om hen bij te staan en om het dieet regelmatig aan te passen.

Dit alles maakt KDT voor iedereen een arbeidsintensieve behandeling, waardoor maar weinig kinderen per jaar in Nederland met de behandeling kunnen starten. De afgelopen jaren konden maar 90 kinderen per jaar (10% van de kinderen die in aanmerkingen zouden komen) met de behandeling beginnen.

KetoEasy gebruiksvriendelijker maken

Om hier verandering in te brengen heeft het gespecialiseerde Keto-team van het Erasmus MC het gebruik van het dieet makkelijker gemaakt. Zij hebben een speciaal KetoEasy maaltijdplan gemaakt met meer dan 110 recepten die erg makkelijk te maken zijn. Op dit moment zijn de recepten alleen beschikbaar op een papieren versie.

Het Keto-team wil het KetoEasy maaltijdplan omzetten naar een app om zo het dieetplan gebruiksvriendelijker te maken. Zo’n digitale omgeving kan daarbij ook verschillende extra opties bieden, zoals een boodschappenlijst aanbieden en online bestellingen doen bij een supermarkt.

Om deze app mogelijk te maken is financiering nodig. Dit zou een belangrijke stap vooruit zijn om KDT beschikbaar te maken voor meer patiënten met epilepsie of een metabole ziekte, zodat uiteindelijk meer kinderen geholpen kunnen worden.


Andere onderzoeken op de afdeling Diëtetiek

U-Diet app voor strijd tegen overgewicht bij diabetes type 2

Als blijkt dat de app minstens effectief is tegen lagere kosten kan de app breed worden ingezet in de strijd tegen overgewicht bij mensen met diabetes type 2. Op die manier kunnen artsen met deze nieuwe manier van behandelen meer mensen bereiken die baat kunnen hebben bij de behandeling.

Lees meer

E-Timed: intermitterend vasten de oplossing voor diabetes type 2?

Met dit onderzoek hopen de diëtisten meer te weten te komen over de positieve effecten van intermitterend vasten bij mensen met diabetes type 2 met overgewicht.

Lees meer

IDPN om ondervoeding bij hemodialyse te voorkomen

De artsen en onderzoekers van de afdeling Diëtetiek willen dit belangrijke onderzoek starten, zodat hemodialysepatiënten niet meer ondervoed raken, daardoor een betere kwaliteit van leven hebben en de kans op overlijden verkleint.

Lees meer

Onderzoek naar het ontstaan en de ontwikkeling van stotteren

ONDERZOEK NAAR HET ONTSTAAN EN DE ONTWIKKELING VAN STOTTEREN

Hoe ontstaat en ontwikkelt stotteren zich bij kinderen?

Iemand die stottert, praat minder makkelijk. Woorden uitspreken gaat lastig, omdat hij of zij bepaalde letters een paar keer herhaalt, blokkeert bij een bepaalde klank of een letter langer aanhoudt. Stotteren begint vaak op jonge leeftijd: tussen de 2 en 5 jaar. Stotteren gaat meestal over, maar ongeveer een kwart van de kinderen blijft stotteren, ook na logopedie. aanwezig – ook na logopedie. Stotteren kan een grote invloed hebben op het leven van kinderen. Zij vinden het lastig om te praten met anderen, omdat dit moeilijk gaat. De kinderen schamen zich of zij voelen zich erg onzeker.

Op dit moment kan stotteren dus nog niet altijd worden verholpen. Daarvoor is meer kennis over stotteren nodig. Wat is de oorzaak? Waarom blijft een kwart van de kinderen stotteren? En hoe kunnen  kinderen geholpen worden om volledig van stotteren af te komen?

Artsen en onderzoekers van de afdeling KNO in het Erasmus MC willen onderzoek doen naar stotteren, zodat kinderen in de toekomst beter behandeld kunnen worden tegen stotteren en kinderen weer met een fijn gevoel kunnen praten.

Met uw steun maakt u dit belangrijke onderzoek naar stotteren in het Erasmus MC mogelijk.


Welke onderzoeken kunt u mogelijk maken?


Over het onderzoek

Hoe vaardig zijn kinderen in vloeiend praten? Dit gaan de onderzoekers meten door kinderen makkelijke en moeilijkere woorden te laten herhalen. Dit zijn bestaande woorden en nonsens-woorden. Hoe stabiel kunnen de kinderen deze woorden herhalen? Hoeveel controle hebben de kinderen over de spieren van hun tong, kaak en lippen als ze de woorden herhalen?

Wat doen de artsen met de resultaten van het onderzoek?

Met de resultaten willen de onderzoekers een test maken voor logopedisten.  Met deze test kan bepaald worden of kinderen (erg) zwakke spraak motorische vaardigheden hebben of niet. Deze testuitslag helpt artsen bij het kiezen van de beste behandeling voor het kind.

30 jaar geleden is er in de Verenigde Staten een instrument ontwikkeld om spraak motorische vaardigheden bij kinderen te testen. Dit instrument kunnen ouders gebruiken als zij zich zorgen maken over de spraak motorische vaardigheden van hun kind. Zo kunnen de ouders makkelijker achter komen of ze met hun kind naar de logopedist moeten of niet. Dit instrument is  niet meer up-to-date gemaakt.  Dat betekent dat nieuwe  risicofactoren voor blijvend stotteren niet in het instrument zijn verwerkt. De onderzoekers willen daarom het instrument up-to-date maken, zodat ouders deze betrouwbaar kunnen gebruiken.

Om peuters en kleuters die stotteren te behandelen passen logopedisten de RESTART-DCM behandeling toe. Van de RESTART-DCM behandeling is wetenschappelijk aangetoond dat deze even effectief is als het Lidcombe Programma, de andere stottertherapie die vaak wordt toegepast.

Er is alleen nog niet wetenschappelijk aangetoond of de RESTART-DCM behandeling effectiever is dan wachten met de therape. Onderzoekers in het Erasmus MC willen kinderen die direct de RESTART-DCM behandeling krijgen vergelijken met kinderen bij wie de behandeling vier maanden wordt uitgesteld.

Er is aangetoond dat erfelijke factoren een rol kunnen spelen bij stotteren. Artsen weten hier alleen nog maar heel weinig van. Waarschijnlijk spelen honderden genen bij de meeste mensen die stotteren een rol, maar tot nu toe weten artsen pas iets over enkele genen. Onderzoekers in het Erasmus MC willen samen met het Max Planck Instituut in Nijmegen onderzoeken welke genen betrokken zijn bij stotteren.



Onderzoeken op de KNO in het Erasmus MC

Tumoren in de mondholte

In Nederland behoort hoofd-hals kanker met zo’n 3000 nieuwe gevallen per jaar tot de tien meest voorkomende soorten kanker. Hoofd-hals kanker is een ernstige ziekte. Na 5 jaar is slechts de helft van de patiënten nog in leven. Tumoren in de mondholte vormen ongeveer een derde van alle hoofdhals tumoren.

Lees meer

Gehoorverlies bij jonge kinderen

Elk jaar krijgen ongeveer 300 baby’s de diagnose gehoorverlies kort na hun geboorte. Over het algemeen krijgen deze kinderen vaak al op jonge leeftijd revalidatie met hoortoestel of een cochleair implantaat. Hiermee kunnen de meeste kinderen leren spreken. Maar ondanks deze vroege behandeling hebben deze kinderen een verhoogd risico op het ontwikkelen van communicatieve of psychosociale problemen.

Lees meer

Eenvoudig scoliose testen bij kinderen

EENVOUDIG THUIS SCOLIOSE TESTEN BIJ KINDEREN

Onderzoeksproject Orthopedie

@t home scoliose screening

Met de Scolioscoop kunnen ouders hun kind thuis zelf testen op scoliose. Scoliose is een vergroeiing van de rug. In Nederland komt scoliose bij  2-4% van de mensen voor voor. Vaak ontstaat de vergroeiing zonder klachten.

Als zo’n bocht in de rug groter wordt, kan dit wel zorgen voor klachten. Dan moet de patiënt geopereerd worden. Artsen moeten dan met schroeven en staven de rug vast zetten. Dit is een grote, zware operatie die vervelende risico’s met zich mee kan brengen.

Als de bocht in de rug op tijd wordt ontdekt, kunnen artsen met een brace of oefentherapie de scoliose behandelen. Om scoliose op tijd te ontdekken hebben artsen van het Erasmus MC de scolioscoop ontwikkeld. Hiermee kunnen ouders zelf thuis de rug van hun kind controleren.

Doordat ouders de rug zelf kunnen controleren met de scolioscoop hebben zij de zorg zelf in de hand en kunnen vergroeiingen van de rug sneller ontdekt worden. Ook wordt de gezondheidszorg minder belast, omdat de patiënten minder vaak naar het ziekenhuis hoeven.

Over het onderzoek

De scolioscoop is al ontwikkeld. De artsen willen nu de werking van de scolioscoop wetenschappelijk bewijzen. Dit willen zij doen met wetenschappelijk onderzoek. Zo kan in de toekomst elk kind een scolioscoop ontvangen.

Met uw steun kunnen de artsen van het Erasmus MC dit onderzoek starten.

Help mee dit onderzoek mogelijk te maken.

In deze video legt Hanneke van West, orthopedisch chirurg in het Erasmus MC, uit hoe de scolioscoop werkt.



De rug is de centrale structuur van ons skelet en vormt de verbinding tussen hoofd, romp, armen en benen. 80% procent van alle mensen heeft wel eens rugklachten. Rugklachten zijn hiermee wereldwijd de belangrijkste oorzaak van een verminderde kwaliteit van leven. Om de zorg voor kinderen en volwassenen met rugklachten te verbeteren werkt de unit Wervelkolom van het Erasmus MC/Sophia kinderziekenhuis aan meerdere onderzoeksprojecten.



Minder zware behandeling voor kinderen met cerebrale parese

MINDER ZWARE BEHANDELING VOOR KINDEREN MET CEREBRALE PARESE

Onderzoeksproject Orthopedie

Huidige behandeling erg belastend
Bij kinderen met spasticiteit door cerebrale parese (cp) treden er veranderingen op aan botten en gewrichten. Hierdoor kunnen deze kinderen erg veel pijn hebben en mindere kwaliteit van leven ervaren.

Bij deze groep kinderen is de spierbalans rond de heup verstoord. Als artsen niet op tijd ingrijpen kan de heup uit de kom raken. Dit is erg pijnlijk en het is lastig te behandelen. Als artsen vroeg ingrijpen, blijft de heup beter in de kom en ervaren kinderen minder problemen. Bij deze behandeling verlengen de artsen de pezen rond de heup.

Helaas is bij 50-80% van de kinderen die deze behandeling krijgt de behandeling niet succesvol. Deze kinderen moeten alsnog een hele zware operatie ondergaan (femur- en bekkenosteotomieën). Deze operaties zijn erg zwaar voor patiënten en brengen een hoge kans op complicaties met zich mee.

Onderzoek naar nieuwe, minder zware behandeling
Recent is er een techniek ontwikkeld waarbij de groei van het bovenbeen wordt bijgestuurd. Deze techniek heet een minimaal invasieve mediale hemi-epiphysiodese van het proximale femur. Deze techniek kunnen artsen bij jonge kinderen toepassen en is veel minder zwaar voor de patiënt.

Deze techniek is veelbelovend, maar er is nog te weinig bekend of deze techniek ook in de toekomst voldoende resultaat geeft en of de heup ook op latere leeftijd in de kom blijft zitten bij kinderen met cerebrale parese.

Over het onderzoek
Het onderzoek vindt plaats in alle grote kinderorthopedische centra in Nederland waar kinderen met cerebrale parese geopereerd worden. In dit onderzoek vergelijken de artsen de huidige standaardzorg (peesverlenging) met de nieuwe techniek (peesverlenging plus groeisturing van de heup). Zo willen de artsen onderzoeken of de heup met de nieuwe techniek beter in de kom blijft en of kinderen op latere leeftijd niet nog een keer geopereerd moeten worden.

Als blijkt dat de nieuwe techniek beter werkt, hoeven kinderen met cerebrale parese in de toekomst een minder zware behandeling te ondergaan.

Om dit onderzoek uit te voeren en deelnemende kinderen tijdens de groei te kunnen volgen is uw bijdrage van groot belang.

Help mee dit onderzoek mogelijk te maken. 


Hoofdonderzoekers:
Drs. Renée van Stralen, orthopedisch chirurg
Dr. Jaap Tolk, Kinderorthopedisch chirurg
Dr. Max Reijman, onderzoeker

Deelnemende ziekenhuizen:
Erasmus MC
Maastricht UMC+
St. Maartenskliniek
Radboud UMC
KinderOrthopedisch Centrum Amsterdam
UMC Groningen
Medisch Centrum Twente

De afdeling kinderorthopedie van het Sophia Kinderziekenhuis is het grootste kinderorthopedisch centrum van Nederland. We behandelen complexe aangeboren ziekten van botten en gewrichten en problemen die kunnen ontstaan tijdens de groei.

Om de zorg voor deze kwetsbare kinderen in de toekomst nóg beter te maken doen we wetenschappelijk onderzoek. Hierbij willen we meer te weten komen over groei en ontwikkeling van gewrichten, meer weten over het effect van behandelingen die we nu doen en ontwikkelen we nieuwe behandelmethodes.

We doen onder andere onderzoek bij kinderen met heupproblemen, orthopedische problemen bij neuromusculaire ziekten, problemen met groei en problemen aan elleboog, pols of handen. Hierbij richten we ons vooral op het voorspellen en bijsturen van de groei en ontwikkeling, 3-dimensionale toepassingen en integratie van patiënt-georiënteerde uitkomstmaten in het zorgproces.

Wij kunnen uw ondersteuning voor dit belangrijke wetenschappelijk onderzoek erg goed gebruiken.



Tumoren in de mondholte

TUMOREN IN DE MONDHOLTE

Onderzoek naar Fluorescentie-geleide chirurgie 

ONDERZOEKSPROJECT KNO

In Nederland behoort hoofd-hals kanker met zo’n 3000 nieuwe gevallen per jaar tot de tien meest voorkomende soorten kanker. Hoofd-hals kanker is een ernstige ziekte. Na 5 jaar is slechts de helft van de patiënten nog in leven. Tumoren in de mondholte vormen ongeveer een derde van alle hoofdhals tumoren.


Bij tumoren in de mondholte is wegsnijden van het kankergezwel de meest succesvolle behandeling. Wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat een aanzienlijk deel (85%) van deze tumoren niet volledig of met onvoldoende tumorvrije marge wordt verwijderd.

Hoe is dat nu mogelijk? In de eerste plaats groeien deze tumoren onvoorspelbaar, met vaak uitlopertjes die onzichtbaar zijn voor het blote oog. De exacte grens van de tumor is hierdoor tijdens de operatie vaak moeilijk te bepalen. Achtergebleven tumorsprietjes kunnen uitgroeien tot een nieuwe tumor. In de tweede plaats heeft verwijdering van een deel van de tong, wang, kaak of mondbodem grote gevolgen voor het eten, kauwen, slikken, spreken, cosmetiek, en soms zelfs het goed kunnen ademen. Dat betekent dat de chirurg weliswaar de tumor in zijn geheel moet verwijderen, maar ook niet te ruim moet snijden om de kwaliteit van leven zo weinig mogelijk te verslechteren.

Het is dus erg belangrijk om de chirurg beter in staat te stellen om de exacte grenzen van de tumor in de operatiekamer te kunnen zien. Fluorescentie-geleide chirurgie is een nieuwe techniek die hierbij een belangrijke rol kan spelen. Voorafgaand aan de operatie spuiten de artsen een fluorescent (=lichtgevend) stofje in bij de patiënt. Dit stofje bindt zich alleen aan de tumor vast, niet aan het omliggende gezonde weefsel. Een speciale camera laat het fluorescente licht live op een beeldscherm zien. Zo kan de chirurg precies zien welk weefsel weggehaald moet worden. Bovendien wordt door het snijvlak exacter te bepalen gezond weefsel ook niet onnodig verwijderd. Zo kan de functie van bijvoorbeeld de tong zo goed mogelijk worden behouden.

Lees meer over fluorescentie-geleide chirurgie. 

In dit onderzoek wordt onderzocht welke  dosis fluorescente stof de beste signaal-ruis verhouding geeft. Daarna wordt bekeken of de stof bijdraagt aan succesvolle chirurgie.

Eerst wordt het lichtsignaal gemeten tijdens de operatie. Hierna voert de chirurg de gebruikelijke operatie uit, zonder gebruik te maken van de fluorescentie. Nadat de tumor is verwijderd wordt gemeten of er nog fluorescentie op het snijvlak zichtbaar is. Als er nog lichtsignaal zichtbaar is neemt de chirurg een klein stukje extra weefsel uit (vriescoupe) dat direct wordt onderzocht tijdens de ingreep. Als hier inderdaad kanker in wordt gevonden snijdt de chirurg nog tijdens de operatie extra weefsel weg.

Hoofdonderzoeker:
Dr. Stijn Keereweer

Na dit onderzoek kennen artsen de aanbevolen dosering van deze stof voor patiënten met mondkanker. De verwachting is dat het aantal succesvolle chirurgische procedures bij deze patiënten dankzij deze techniek stijgt van 15% naar tenminste 35%. De uitkomsten zijn bovendien ook bruikbaar voor andere hoofdhals locaties zoals de keelholte en het strottenhoofd. Deze studie zal verder aantonen met welke nauwkeurigheid het fluorescente signaal de aanwezigheid van kanker vaststelt. Als deze zeer hoog is kan de chirurg in een vervolgstudie de tumor eventueel direct op geleide van het signaal verwijderen. De tussenstap van een vriescoupe tijdens de operatie is dan overbodig.

Dit onderzoek wordt mogelijk dankzij de steun van donateurs. Helpt u mee?



Toepassing VR binnen cardio-thoracale chirurgie

De toepassing van virtual reality (VR) binnen cardio-thoracale chirurgie


Onderzoek naar het gebruik van VR voor nog betere patiëntveiligheid in cardio-thoracale chirurgie.

Hoofdonderzoeker


Dr. Edris Mahtab

Virtual Reality verbetert patiëntveiligheid

Virtual Reality (VR) heeft de mogelijkheid om een ​​volledige, 3D, interactieve en realistische omgeving te creëren. Een omgeving waarin de gebruiker herhaaldelijk kan trainen zonder dat er andere benodigdheden of deelnemers nodig zijn. Bovendien is het mogelijk om VR te gebruiken in een multi-user setting, waardoor verschillende gebruikers, fysiek op afstand, in hetzelfde beeld aanwezig kunnen zijn.

Denk bijvoorbeeld aan het trainen in het gebruik van hart- en longapparatuur door verpleging en artsen. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat simulatietraining de patiëntveiligheid verbetert en kennis, vertrouwen, motivatie en tevredenheid van de gebruiker effectief vergroot.

Naast training kan VR ook worden ingezet in de diagnostiek van de patiënten met longkanker. Door de CT scan van de patiënt in VR in te lezen kan men een 3D en interactief beeld van de anatomie van de longen krijgen en zo de operatie voor de patiënt beter voorbereiden.

De onderzoeksgroep wil met dit onderzoek een speciale module doorontwikkelen voor alle scenario’s binnen hartchirurgie. Ook willen zij hun bevindingen wetenschappelijk bewijzen.

Dit onderzoek vindt plaats in het Thoraxcentrum.

Klik op de knop hieronder voor meer informatie over het project of om het project te steunen.


Wearables

Wearables – voor excellente hartfalenzorg buiten het ziekenhuis


De zorg voor patiënten met hartfalen verder verbeteren.

Betrokken onderzoekers


Onderzoeksleider Dr. R.M.A. van der Boon

Team Dr. J.J. Brugts; Dr. O.C. Manintveld; Dr.ir. N. Bruining; Prof. Dr. Ir. H. Boersma

Samenwerking Rijnmond Hartfalen Netwerk, Technische Universiteit Delft/Eindhoven

Chronisch hartfalen
Hartfalen treft op dit moment ongeveer 280.000 mensen in Nederland en dit aantal neemt de komende jaren snel toe door een sterk vergrijzende bevolking. Patiënten met chronisch hartfalen hebben een gemiddelde levensverwachting van 5 jaar na de eerste keer hartfalen en behandeld zijn. In deze periode moeten zij vaak naar het ziekenhuis komen.

Dit heeft een grote impact op het leven van de patiënt. Er zijn ook grote gevolgen voor de gezondheidszorg wat betreft ziekenhuisbedden en medisch personaal dat schaars is.

Met dit project wil de onderzoeksgroep samen met Rijnmond Hartfalen Netwerk het gebruik van wearables (zoals een Apple Watch of FitBit) onderzoeken. Het doel van dit wetenschappelijke onderzoek is zoeken naar de beste combinatie van lichaamssignalen die kunnen wijzen op hartfalen. Op die manier kunnen artsen patiënten beter behandelen: hartfalen eerder voorspellen en zo eerder ingrijpen.

Dit onderzoek vindt plaats in het Thoraxcentrum.

Klik op de knop hieronder voor meer informatie over het project of om het project te steunen.